sumanshu opvoedingstips!!

 

 1.van oefeningen zonder druk en dwang zoals: zitten, liggen, netjes meelopen aan de lijn,

        

De eerste dag in zijn nieuwe thuis

Probeer de pup zo vroeg mogelijk op te halen bij de fokker. Hierdoor heeft hij zoveel mogelijk tijd op zijn nieuwe adres alvorens het donker wordt en hij zijn eerste nacht in gaat.

Zorg voor niet al teveel drukte de eerste dag en ga niet iedereen uitnodigen om Uw nieuwe huisgenoot welkom te heten.

Maak hem “wegwijs”in zijn nieuwe omgeving en laat hem direct even naar buiten door de deur waar hij ook door moet om zijn behoefte te doen. Ga ook even met hem naar de plek waar het voer-en waterbakje staan.

Laat hem niet op Uw schoot slapen als hij moe wordt, maar leg hem direct op de plek die U voor hem bestemd heeft.

 2. Zindelijkheid

            Wat is zindelijkheid?

Het aangeven middels een specifiek gedrag dat de pup zijn behoefte moet doen. Indien wij dit gedrag niet zien (b.v. we zijn afwezig of in een andere ruimte) of niet herkennen, kunnen we het de pup niet kwalijk nemen dat hij de behoefte ergens deponeert waar wij dat niet prettig vinden.

Het uitlaten van de pup gebeurt volgens een vast schema:

-          na het slapen

-          na het eten

-          na het spelen

Hoe snel de pup zindelijk is, is afhankelijk van:

-          de alertheid van de baas

-          de drukte binnen het gezin: kinderen; andere honden/huisdieren

-          verblijft de pup in huis of in een kennel

-          is de baas overdag thuis of gaat hij/zij werken

Let op het gedrag van de pup en U zult spoedig zijn gedrag herkennen als hij zijn behoefte moet doen. Bestraf hem niet bij eventuele “ongelukjes”, maar negeer dit en ruim het op. Ziet U dat de pup iets wil gaan doen, neem hem dan rustig op, klap zijn staartje onder zijn kontje en breng hem naar buiten. Daar wordt hij natuurlijk uitbundig beloond. Bestraf de pup ook niet als U thuiskomt en hij heeft iets gedaan. De pup zal Uw reactie niet begrijpen en alleen maar onzeker worden en gaan reageren op Uw thuiskomst.

Laat de jonge pup niet alleen maar uit in de tuin, want hij zal zindelijk worden op de verkeerde plaats: een omgeving waarin alleen zijn geur is. Tijdens de wandelingen zal hij geen behoefte meer doen. Maak de wandeling in het begin ook niet te groot, maar beperk U tot kleine stukjes kort in de buurt. Als de pup daar zeker genoeg is en zijn behoefte goed doet, maakt U de wandeling steeds langer. Beloon de pup tijdens de wandeling als hij zijn behoefte doet met een vrolijk “braaf”en eventueel geeft U daar in het begin ‘n brokje bij.

Er is een verband tussen zindelijkheid en eet/drink schema: voer de jonge pup op regelmatige tijden en neem 1 uur na zijn laatste eten, ook zijn drinken weg. Laat hem voor het naar bed gaan nog goed uit ( dat betekent dat U er zich van overtuigd dat hij ook zijn behoefte heeft gedaan) en de kans dat hij de nacht goed doorslaapt, is vrij groot.

 3.De eerste nachten bij de nieuwe baas

Neem de pup de eerste paar nachten mee naar de slaapkamer in een grote doos of huiskennel. Leg Uw hand tegen de doos/huiskennel aan zodat de pup U ruikt. Wordt hij gedurende de nacht onrustig, dan zal hij zijn behoefte moeten doen. Pak de pup op en laat hem even uit. Daarna direct weer in de doos/huiskennel en weer gaan slapen. Na enige nachten zult U zien dat de pup het grootste gedeelte van de nacht doorslaapt en dan kan hij met diezelfde doos/huiskennel naar de plek in huis die U voor hem bestemd heeft. Eventueel kunt U dan gebruik maken van een intercom ( babyfoon) om te horen of de pup onrustig wordt of doorslaapt.

 4.Voeding

Er is speciaal puppyvoer in de handel waarin meer eiwitten en vetten zitten voor de opgroei van de pup.

Tot 3 maanden behoort de pup 3 á 4x daags te eten. Vanaf 3 maanden 3x daags en vanaf 6-9 maanden  2x daags.

Als U overgaat naar 2x daags voeren, kunt U tevens overschakelen naar volwassen voeding.

Wil de pup niet eten, ga hem dan niet betuttelen. Geef hem ongeveer 10-15 minuten de tijd om te eten en neem dan de voerbak weg. Geef geen ander voer als de pup niet wil eten, want U kweekt een lekkerbek die zelf gaat bepalen wat hij eet. Zorg er altijd voor dat de pup/hond kan eten op een rustige plaats waar hij niet steeds gestoord wordt of het gevoel heeft dat het eten hem afgenomen wordt.

De voerhoeveelheid is afhankelijk van ras en leeftijd. Een pup eet relatief meer dan een volwassen hond. Begin met de aangegeven hoeveelheid die op de verpakking beschreven staat, dit is een uitgangswaarde. Tevens let U op het uiterlijk van Uw pup

( te dik, te mager) en pas de hoeveelheid voer daar op aan. Voer Uw pup liever iets aan de schrale kant dan dat hij te dik wordt: realiseer U de consequenties van teveel of verkeerd voeren.

 Wissel niet abrupt van voeding, maar doe dat geleidelijk aan. Anders kan de pup mogelijk last krijgen van maag/darmproblemen.

Oefen met mate dat U de pup zijn voer/ bot kunt afnemen, maar overdrijf dit niet anders wordt de pup onzeker en zal mogelijk in het verweer komen.

 5.Bench-training

Een bench( huiskennel) is een handig hulpmiddel bij de opvoeding van Uw pup. Hij kan gebruikt worden als mandje, de eigen vaste stek voor de pup. Tevens kunt U hem hierin vervoeren in de auto, bus of trein zonder dat hij overlast voor zijn omgeving veroorzaakt. Plaats de bench op een rustige plek van waaruit de pup alles kan overzien en hij niemand in de weg staat.

Een bench kan U helpen bij: de zindelijkheid, het overal vanaf blijven, het alleen thuis blijven en als U even heel drukke werkzaamheden heeft en niet op de pup kunt letten.

Zorg ervoor dat de benche een veilige plek voor de pup is, waar hij zich terug kan trekken en waar hij NIET gestoord wordt.

Een aantal “spelregeltjes”m.b.t. de bench:

-          plaats de bench op een rustige plek, maar zorg er wel voor dat de pup alles kan overzien

voer Uw pup in de benche en maak dan ook het deurtje dicht

-          haal de pup er NIET uit als hij druk is en tegen het deurtje opspringt; blijf bij de bench staan en wacht tot hij rustig is ( zonder iets te zeggen) en maak dan het deurtje open en beloon hem.

-          gebruik de benche niet alleen maar als U weggaat, maar zet hem op geregelde tijden ook overdag in de benche als U thuis bent en maak dan ook het deurtje dicht! U kunt de pup dan een kauwbot of iets dergelijks geven zodat hij afgeleid is.

-          ga de pup niet door de bench steeds aaien.

-          haal hem er niet uit als hij gaat blaffen of piepen. Probeer dat moment voor te zijn of wacht anders tot hij rustig is.

-          geef een vast commando als U wilt dat de pup naar de benche gaat: plaats, benche, mandje etc.

-          gebruik de bench NOOIT als strafmiddel, de pup zal het niet begrijpen en zijn veilige plekje zal onaangenaam worden. Liever plaatst U de pup in de bench VOORDAT er iets mis kan gaan

 6. Wandelen aan de lijn     

Om geestelijk gezond te blijven is het van groot belang dat U ook met de pup gaat wandelen. Doe dit vanaf het begin aan de lijn waardoor U altijd een stuk controle heeft.

In het begin loopt U kleine stukjes, zodat de pup de tijd krijgt om alles in zich op te nemen en de nieuwe indrukken te verwerken. Naarmate de pup zekerder wordt, maakt U de afstand groter.

Wat moet U vooral niet doen tijdens de wandeling:

-          de pup optillen als hij niet wil lopen

-          de pup optillen bij benadering van grote of volwassen honden: U ontneemt hem een normaal sociaal contact en loopt het risico dat U in de toekomst zelf met een “a”sociale hond van doen heeft.

-          de pup betuttelen/troosten als hij ergens van schrikt. Loop zelf naar het voorwerp/ persoon toe en maak het interessant voor de pup. U zult zien dat hij zich herstelt en er niets meer aan de hand is.

-          toestaan dat de pup overal tegen blaft: mensen, honden, situaties

-          de pup laten bepalen waar U naar toe gaat: geef leiding en bepaal zelf de route; laat de pup niet trekken in de lijn: als hij trekt, blijft U staan en wacht totdat de lijn zich ontspant, daarna gaat U weer lopen. Dit herhaalt U net zolang totdat de pup netjes naast U meeloopt. Elke keer dat hij een paar pasjes goed doet, beloont U met de stem. Zo kan de pup leren wat er van hem/haar verwacht wordt.

-          de pup van links naar rechts, van voor naar achteren laten lopen. Leer hem direct aan een kant naast U te lopen.

-          laat de pup niet in de riem bijten.

-          laat de pup niet van alles van de grond oppakken; los dit niet op door hem alles uit de bek te pakken, want hij zal alleen maar op Uw handen gaan reageren en NIET leren dat hij niks mag oppakken van straat.

-          laat de pup niet naar alles en iedereen toe gaan ( mensen, honden), maar bepaal dat zelf

 7. Het leren alleen blijven

Vanaf dag 1 dat U de pup in huis heeft, wordt er begonnen met het leren alleen blijven, ook als U de gehele dag thuis bent. Als de pup moe wordt, neem hem dan op en breng hem naar een vaste plek ( mand, deken, huiskennel etc.) en laat hem daar dan ook slapen. Een slapende pup ( hond) is verboden gebied voor kruipende of spelende en rennende kinderen. De plek die U kiest moet dus rust waarborgen voor de pup. Bouw de tijd die de pup op zijn plaats verblijft uit en verlaat ook eens de ruimte waarin hij slaapt.

Leer de pup van jongs af aan dat hij NIET de gehele dag overal achter U aan moet lopen, want daarmee maakt U het alleen blijven erg moeilijk voor de pup. Geef hem vanaf het begin wat zelfstandigheid en zelfvertrouwen. Als hij wel overal achter U aan mag lopen, wil hij dat ook als U weg gaat en gaat dan blaffen/ vernielen etc.

 8. Kinderen en honden ( puppy’s)

LAAT KINDEREN NOOIT ALLEEN MET EEN HOND, OOK NIET MET EEN PUP !!!

Kinderen:

weten niet van ophouden en kunnen een dier “knettergek”maken; daardoor is er continue druk op de pup en krijgt hij geen rust

plagen vaak, kijken hoever ze kunnen gaan of reageren zich af die dit niet begrijp

reageren niet op signalen die een pup/hond afgeeft

stellen zich door hun eigen gedrag vaak ranglager op

doen vaak de meest vreemde dingen met een pup/hond

Betrek Uw kinderen echter wel bij de opvoeding van Uw pup. Kies hiervoor rustige momenten op de dag en doe samen met Uw kinderen wat oefeningetjes. Laat het kind de commando’s geven maar help zelf, waar het nodig is, bij de uitvoering ervan. Leid het samenspel tussen kind en pup in banen en bepaal  wanneer het genoeg is.

De omgang van kinderen met de pup kan tijdens de puppytijd best goed gaan omdat een pup veel tolereert en over het algemeen een goed incasseringsvermogen heeft. Als hij zich echter gaat ontwikkelen naar puber en volwassen hond kan dit gedrag totaal omslaan en laat hij zich niet meer op de kop zitten door het kind: dan beginnen de problemen pas echt, dus: VOORKOMEN IS BETER DAN GENEZEN

Vermijd het volgende gedrag van Uw pup t.o.v. Uzelf en Uw kinderen:

de pup mag niet opspringen

de pup mag niet in de handen, kleding etc. bijten

de pup mag niet grommen, blaffen t.o.v. U of Uw kinderen

Vermijd het volgende gedrag vanuit Uzelf of Uw kinderen:

ga niet op de grond liggen en laat de pup steeds over U heen lopen

laat de pup niet op de bank, bed, stoel etc.

ga de pup niet storen als hij aan het eten is, geef hem de rust en het vertrouwen dat U het hem niet afneemt.

Socialiseren met andere pups/ honden: houdt er rekening mee dat b.v. 4 weken leeftijdsverschil bij pups ook geestelijk een heel verschil is. Mogelijk zal de oudere pup willen domineren t.o.v. de jongere pup. Indien U zelf een iets timide hondje heeft, laat hem dan liever met rustige volwassen honden socialiseren zodat hij een beetje uit zijn schulp komt.

 9.Optimaal gebruik maken van de fases die de pup doormaakt

Het is belangrijk dat Uw pup veel dingen meemaakt, waardoor hij de “grote”wereld als normaal gaat zien. Let erop dat U niet teveel in een keer doet, maar onthoudt de pup ook niet van deze belangrijke socialisering. De pup staat helemaal open voor indrukken en leert razendsnel

Wat is zoal belangrijk voor Uw pup?

kontakten met veel en verschillende mensen

kontakten met verschillende honden; houd er wel rekening mee dat dit wat rustige honden zijn, zodat de pup er een positieve ervaring aan overhoudt.

neem Uw pup overal mee naar toe: markt, school, auto, bos etc., maar vermijd extreme drukten.

maak gebruik van het leervermogen van de jonge pup en begin met het aanleren apporteren. Zorg dat het samen doen van oefeningen een lustgevoel oproept bij de pup en maak het niet te lang. Zorg er altijd voor dat U stopt als de pup zich nog kan concentreren en een oefening goed doet; stop NOOIT als het misgaat. De pup herinnert zich nl. het laatste wat U samen heeft gedaan.

Indien de pup tijdens het socialiseren ergens van schrikt, ga hem dan niet betuttelen, maar maak het interessant en help hem, eventueel met hulp van brokjes of een speeltje, over de schrikreactie heen.

  10.  Algemene opvoedingstips

 

Aai een pup ( hond) niet over zijn koppie, maar kom met een uitgestrekte en open hand naar hem toe en kriebel hem lekker van onderuit in zijn nek. Hierdoor kan hij blijven kijken wat er gebeurt en hoeft hij zich niet bedreigd te voelen. De meeste bijtincidenten ( m.n. bij kinderen)  worden veroorzaakt door aaien over de kop van de hond!!

 

 Laat de pup niet tegen U, tegen bezoek, tegen vreemde mensen op straat en tegen honden opspringen. Wacht tot hij met zijn 4 pootjes op de grond staat en beloon hem dan.

 

Ga niet in op jengelen, piepen, blaffen of bedelen om aandacht, maar wacht totdat hij rustig is en geef hem dan aandacht.Doe dit ook bij het voeren, wandelen: dus als de pup al goed associeert en druk gaat doen, wacht dan totdat hij rustig is en geef hem dan pas voer of doe hem dan pas het riempje om.

 

Bevestig geen schrikreacties door de pup op te pakken of te “troosten”.

 

Realiseer U dat Uw gedrag bepalend is voor het gedrag van de pup. Bij een leerproces zal alles herhaald worden wat een lustgevoel opwekt en alles achterwege blijven wat een onlustgevoel opwekt: b.v.

 

de pup wordt erg druk als U het voer pakt en uiteindelijk geeft U hem dat ook: hij leert dat druk gedrag beloond word

 

de pup wordt erg druk als U de riem pakt om te wandelen en uiteindelijk gaat U wandelen: hij leert dat druk gedrag wordt beloond.

 

de pup blaft van opwinding als hij in de auto zit en U wilt hem eruit halen:haalt U hem er dan toch uit, wordt zijn blaffen beloond.

 

Doe vanaf het begin oefeningetjes met de pup die hij aankan, zowel binnen als buiten  en bouw dit uit.

 

Let er bij het spelen op dat de opwinding niet te hoog wordt ( grommen, bijten) en leer Uw pup van jongs af aan dat U het spel begint en eindigt!! Dus niet gaan spelen als de pup met een speeltje naar U toekomt.

 

Geef Uw pup geregeld iets te doen: b.v. een speeltje waarin voer verstopt zit en wat hij er zelf uit moet halen: een kong of een voerbal zijn hiervoor uiterst geschikt.

 

Heeft U een reu gekocht, leer hem vanaf  het eerste moment dat hij zijn pootje gaat optillen ( afhankelijk van het ras en karakter) dat hij dat niet overal mag/kan doen. Leer hem netjes aan de lijn lopen en alleen daar zijn poot op te tillen waar U dat aangeeft. Het is een fabel dat een reu overal zijn poot moet kunnen optillen: U leert hem daar het markeren mee en loopt een risico dat hij dat ook in huis gaat doen!!

 

Leer de pup dat hij overal vanaf moet blijven. Dit  kunt U doen middels een bestraffing die van U afkomstig is, maar kan ook door het voorwerp waar hij aangaat een onaangename prikkel te laten geven. Hierdoor koppelt de pup de bestraffing aan het voorwerp en niet aan  U.

 

 Heeft U meerdere honden, let er dan op dat U gescheiden voert ( vermijd pikken met als gevolg baknijd); gescheiden botjes geven; apart uitlaten, zeker in het begin als de pup nog alles moet ontdekken en zelfstandig moet worden; zorg dat de pup ook vaker alleen thuis is zonder de andere hond, anders heeft U straks een probleem als de oudere hond wegvalt en de jonge hond dus niet geleerd heeft om alleen te zijn.

 11.  Oefeningen voor een puzitten( ZIT):

houd een brokje boven het neusje ( niet te hoog, want dan gaat hij springen) van de pup en wacht totdat hij op zijn kontje zit en geef hem dan het brokje en zeg dat hij braaf is. Laat hem niet met zijn voorpootjes omhoog komen, maar wacht totdat ook die op de grond staan.

liggen( AF): ga zelf op de grond zitten en buig Uw knieën. Laat de pup op het laagste punt achter een brokje aan onder Uw been kruipen en geef hem het brokje als hij helemaal plat ligt en zeg dat hij braaf is.

hierkomen (HIER): oefen dit in het begin aan de lijn en maak Uzelf klein en interessant. Neem een brokje in de handen en roep de naam van Uw pup: vriendelijk en vrolijk, eventueel klapt U even in Uw handen. Geef de pup het brokje als hij bij U is en vermijd dat U hem gaat invangen . U kunt het hierkomen ook oefenen als de pup in de tuin is en U wilt dat hij naar binnenkomt: maak ook hierbij altijd gebruik van brokjes, eventueel gekoppeld aan het geluid van het voerbakje of een zakje waarin brokjes zitten.

apporteren: dit kunt U een jonge pup heel goed leren, maar doe hem dan wel aan de lijn; hierdoor kan hij niet met het speeltje wegrennen.Gooi een speeltje kort voor U en laat de pup het gaan halen. Ben enthousiast en lok hem bij U terug; neem niet direct het speeltje af, maar speel even met hem en gooi het weer weg. Herhaal dit enkele malen en stop dan. Doe dit niet tot in het oneindige, want Uw pup vindt het niet meer leuk

borstelen: leer Uw pup ( ongeacht de vacht) dat hij geborsteld wordt. Houdt hem aan het lijntje en begin met korte sessies. Sta niet toe dat de pup gaat bijten en onrustig wordt, maar zet even door en stop als hij rustig is en beloon hem dan. Bouw dit uit tot een volledige borstelbeurt.

afdrogen van pootjes en lijfje: leer Uw pup wachten bij binnenkomst en veeg hem zijn pootjes en lijfje af na de wandelbeurt ( natuurlijk alleen als hij vies is!)

lossen: leer de pup direct om speeltjes e.d. los te laten met behulp van het commando “los”. Ruil het speeltje voor een brokje en beloon hem na het lossen van harte. Voorkom dat U speeltjes e.d. uit zijn bek gaat trekken, want de bezitsdrang zal alleen maar toenemen.Leer hem ook direct dat hij na het lossen niet mag nahappen naar het speeltje!

Zoekspelletjes: dit kunt U zowel binnen als buiten doen. Begin met een brokje in het gras te laten vallen kort bij de pup en stimuleer hem om het brokje te zoeken. Maak het daarna steeds moeilijker. Na verloop van tijd kunt U het brokje vervangen door een balletje of ander speeltje, maar let erop dat de pup het niet kan zien. U zult zien dat Uw pup het zoeken leuk vindt en U kunt hem hiermee ook goed moe maken.

Het is zeker de moeite waard om met Uw pup een goede puppycursus en eventuele vervolgcursussen te volgen. Let erop dat men weet waarover men spreekt en kijk of de cursus ook enigszins praktijkgericht is.

 Opvoeden is investeren in de toekomst en betekent jarenlang plezier of jarenlang ellende!!

 Alles wat nu mag, mag straks ook als hij volwassen is!!